Carmen Amaya was een van de meest bekende en gepassioneerde flamencodansers van haar generatie. Ze was een gitano, een Spaanse zigeuner. Ik besloot om voor De zeven zussen – Maan mijn fictionele personage Lucía Amaya-Albaycín op haar te baseren. Ik gebruikte Carmens minnaar Agustín Castellón, ook wel bekend als ‘Sabicas’, als de basis voor het personage Meñique.
In 1913 werd Carmen in Barcelona geboren als nieuwe toevoeging aan een straatarme zigeunerfamilie. Later in haar leven beweerde ze echter dat ze in de heilige grotten van Sacromonte geboren was. Carmens moeder Micaela leerde haar hoe ze moest dansen, samen met haar tante, Juana la Faraona (ook zij komt in Maan voor). Haar vader was de beroemde gitarist die bekend stond als ‘El Chino’. Hij was degene die haar aanmoedigde om professioneel te gaan dansen. Op dat moment was zij pas vier jaar oud. Haar reputatie groeide en groeide, tot ze al snel door haar fans ‘La Capitina’ (de kapitein, onze leider) genoemd werd.
Sabicas
Toen Carmen tien jaar oud was, ontmoette ze de liefde van haar leven, Sabicas. De eerste keer dat hij Carmen zag dansen, was hij betoverd: “Het leek wel iets bovenmenselijks… Ik had nog nooit iemand zien dansen zoals zij. Ik weet niet hoe ze het deed, ik weet het gewoon niet!”
Carmen was klein, slechts 1.47 meter, maar ze had een gespierd, krachtig lichaam. Haar voeten waren zo groot als kindervoetjes, maar haar gestamp was zo krachtig dat ze zelfs ooit de vloerplaten van het podium kapot heeft getrapt. Carmens dans was uniek, hypnotisch en duizelingwekkend – ze was de ‘duende’ in levenden lijve. Carmens geluk groeide terwijl ze in Europa optrad met haar cuadro (een groep van muzikanten, zangers en dansers).
In 1936 traden Carmen en haar cuadro op in Madrid, toen de nationalisten een poging deden om de stad over te nemen – op dat moment begon de Spaanse Burgeroorlog. Er zijn meerdere verhalen bekend over hoe zij naar Portugal vluchtten, en ik heb een van deze verhalen in Maan gebruikt. Nadat Carmen Zuid-Amerika had overgenomen, zette ze haar zinnen op de Verenigde Staten, waar haar grootste dansrivaal ‘La Argentinita’ haar roem had gevonden.
Albums en films
Het constante reizen en gedwongen bij elkaar moeten zijn had zijn tol op Carmen en Sabicas’ relatie. Ondanks het feit dat ze wanhopig was om met hem te trouwen, heeft hij nooit een aanzoek gedaan. Ze hadden zelfs ruzie tijdens een optreden, waarbij Carmen in Mexico-City het podium afstormde. In 1945 verliet Sabicas haar en bleef hij achter in Mexico.
In 1950 ging Carmen terug naar Spanje, waar ze trouwde met de payo (niet-zigeuner) gitarist Juan Antononio Agüero. Ze ging verder met haar wereldtour, maakte meer albums en films, en rookte meerdere pakjes sigaretten per dag zonder echt te eten (op haar geliefde sardientjes na).
In 1963 stortte ze op een podium in Mexico-City ineen. Juan Antonio haalde haar over om terug te gaan naar Spanje, waar ze gediagnosticeerd werd met een falende lever. Een paar maanden later overleed ze in haar huis in Bagur, terwijl ze de hand van Juan Antonio nog vast had. Het hele land was in rouw en duizenden maakten de pelgrimstocht naar de steile bergpaden die leidden naar de plek waar Carmen was gestorven.